Wethouder wil kinderboerderij failliet laten verklaren

Wethouder wil kinderboerderij failliet laten verklaren

Inwonerspartij Toekomst Houten wil debat met wethouder

De kinderboerderij en de bijbehorende speeltuin zijn een belangrijke sociale ontmoetingsplaats voor kinderen, volwassenen en vrijwilligers. Het college van B&W heeft de subsidie enkele weken geleden beëindigd, omdat het bestuur was afgetreden. Nu er een nieuw bestuur is aangetreden wil het college de subsidie niet hervatten.

Een aanbod van het nieuwe bestuur om de continuïteit voor de kinderboerderij te borgen, wordt resoluut door de wethouder van de hand gewezen. De wethouder verklaart in het Houtens Nieuws dat het bestuur faillissement moet aanvragen en dat hij weliswaar wil doorgaan met de kinderboerderij maar niet met de huidige stichting.

Dit nadat de wethouder in antwoord op schriftelijke vragen van ITH drie dagen ervoor heeft aangegeven dat het college het zoeken van een nieuwe exploitant voor de kinderboerderij en de speeltuin prematuur vindt.

“Dit is  ongehoord. Eerst aangeven aan de gemeenteraad dat het zoeken van een nieuwe exploitant te prematuur is en drie dagen erna de stekker uit de kinderboerderij trekken, en dus wel op zoek gaan naar een nieuwe exploitant. Ik mag hopen dat er niet gewerkt wordt met een dubbele agenda″, aldus Willem Zandbergen, raadslid van ITH.

″Aansturen op een bewust faillissement is totaal gevoelloos richting alle vrijwilligers en medewerkers. De kinderboerderij is een begrip geworden in Houten en dan op deze manier daarmee omgaan is buiten proportie. Bovendien brengt de afwikkeling van een faillissement allerlei kosten met zich en ook een curator moet uit de boedel betaald worden. Strikt genomen kan dit betekenen dat de dieren verkocht moeten worden.

Voor wie is dit nu daadwerkelijk een oplossing en waarom kan de wethouder geen andere afspraken maken met het nieuwe bestuur, waarbij de continuïteit van de kinderboerderij en de zorg voor de dieren volledig geborgd wordt. Eén ding is duidelijk, de Inwonerspartij wil hierover in debat met de wethouder en het naadje van de kous weten″, sluit Willem Zandbergen af.